Het
was, als ik het me goed herinner, woensdag toen ik naar het PSG ( Paris Saint
Germain ) stadion ging ( voor die gene die niks van voetbal af weten : PSG is
de beste club van Frankrijk, is ook niet heel moeilijk, en speelt in de
Champions League ). Toen ik opstond van de keiharde bank scheen een waterige
zonnetje door het raam van de flat. Na het ontbijt, waarbij de Franse mevrouw
om de minuut "It's oké?" zei, gingen we opgepropt in haar autootje
naar het meetingpoint waar de bus op ons zat te wachten. Toen we na een uur
eindelijk in Parijs aankwamen verraste onze leraren ons, natuurlijk met een
glimlach, met een speurtocht door Parijs. " Je kán het in anderhalf uur
doen'' werd gezegd. Ja, als je Usain Bolt bent. Maar gelukkig kwam bijna
iedereen wel op tijd, want ze hadden ons "vrije tijd" gegeven.
Toen
gingen we (lopend) naar Montmarte, waar we ons opsplitste. Één groep ging
Montmarte bezoeken, in de stroomde regen, en de andere ging naar het PSG
stadion. Hup, de bus in en kijk uit voor zakkenrollers en mensen die proberen
een touwtje om je pols heen te doen en dan geld vragen om het er weer af te
halen.
Na
een lang half uur rijden kwamen we aan bij het PSG Stadion. Mijn eerste indruk
was dat het meer beton dan stadion was. Het ontwerp is mooi, maar de realiteit
is toch anders. Dus we waren allemaal klaar om het stadion in te gaan komt ons
ter oren dat we te vroeg zijn en dat we nog een half uur in de bus moeten
wachten. Dat werd dus een beetje "hangen en mensen irriteren, omdat je
niks anders te doen hebt" halfuurtje. Eindelijk, we mochten het stadion
in. Ik verwachte een grote ingang met bewakers, zodat je echt niet zomaar naar
binnen kan lopen, maar geen van dat alles. Een klein ingangetje, waar maar één
bewaker stond. Er was dan wel een doorweekte rode loper, maar dat was het. Twee
kleine roltrappen liepen naar boven, waar later zou blijken de prijzenkamer lag
(hij was nogal klein). Ik had verwacht dat je wel wat meer moeite hoefte te
doen om in een prijzenkamer te komen. Een idioot zou zo naar boven kunnen lopen
en alles met een honkbal knuppel kapot slaan. Daar kwam onze gids aan. In de
Arena had je mannen in pak die je de wegwezen en hadden een naamplaatje op hun
borst gespeld. Onze gids kwam aan lopen in zijn vrijetijdskleding, een
spijkerbroek en een leren jas, alsof hij van plan was om zo langs ons te lopen
en naar huis te gaan. De gids had ook wallen van hier tot Tokyo en had zich vandaag
niet geschoren. Hij vertelde ons over de geschiedenis van PSG op zó'n monotone
stem, waaraan geen enkele leraar die die ochtend geen koffie had gehad aan kon
tippen. Na enkel zin zei hij dat wij gerust vragen konden stellen aan hem, maar
ik zou de arme man niet durven lastig te vallen.
We
gingen de kleedkamers bekijken. De kleedkamers.... De kleedkamers waren te
vergelijken met de kwaliteit van een gemiddelde amateurclub. De stenen in de
douches waren slordig ingelegd en de douchekoppen leken uit het jaar 1965. Het
stonk er ook nog naar het riool, wat het geheel compleet maakte.
Daarna
gingen we het veld op. Nou ja, niet het veld, meer het gebied voor de duck
outs. Het stadion was niet heel groot er konden maar een paar duizend man in.
Wat me het meest opviel waren de stoeltjes waar de supporters op zaten. Ze
waren rond en plat wat zeker niet lekker zit. De stoeltjes van de V.I.P mensjes
waren precies hetzelfde behalve dan dat ze er kussentjes op hadden gelegd. In
de Amsterdam Arena krijg je vloerverwarming, stoelen waarin je in wegzakt en
nog veel meer voordelen. Hier kreeg je alleen een hard stoeltje met een dun
kussentje.
We
liepen dus een beetje rond bij de duck outs. Een jongen, die ik al ken vanaf de
eerste en zijn naam niet ga noemen, verveelde zich. Hij liep een beetje te
lanter fanten. Op één of andere manier kwam hij op de gedachte om aan de duck
outs te gaan zitten. Wat bleek, als je tegen de duck outs aan duwt bewegen ze.
Ze waren niet goed vast gemaakt en dat vind ik nogal slordig voor een miljoenenclub.
De
gids keek ernaar met een beteuterd gezicht. Na een lange dag hard werken moet
je ook nog een verveelde puber uit Nederland boos aankijken. Dat kon de gids
niet hebben, dus keek hij maar weg.
Einde
tour. De gids leidde ons met een glimlach, een gemeende glimlach, de uitgang.
Wij zouden wel zijn laatste groep zijn. Ik ging ook met een glimlach naar
buiten, voor ongeveer hetzelfde: ik was
blij dat ik daar weg was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten