zaterdag 7 maart 2015

Leeslijst 6: Villa des Roses, over het verleden die invloed heeft op het hier en nu

Villa des Roses (1913): de eerste roman van de beroemde Willem Elsschot, wat een pseudoniem is voor Alfans de Ridder. Elsschot verhuist na 3 jaar gewoond te hebben in Parijs naar Nederland, om precies te zijn Rotterdam, waar hij zijn debuutroman schrijft. Het boek is gebaseerd op de gebeurtenissen die hij in die drie jaar in Parijs heeft beleefd, wat het boek autobiografisch tint.

De personages van Villa des Roses worden in de eerste hoofdstukken aan je voorgesteld. Het begint met Madame Brulot, de pensionbeheerster van 45 jaar. Ze is een gezette vrouw en door haar allergieën voor bepaalde fruitsoorten is haar neus niet de mooiste van de wereld te noemen. Door het verlies van haar tweejarige kind heeft ze een aap, Chico, aangeschaft waar ze haar moederliefde op uitvoert en het pension die ze bijna in haar eentje rund om haar zoon maar te vergeten. Toch is ze niet alleen een lieve, zielige en hardwerkende  vrouw. Ze is namelijk ook gretig en gierig, doordat ze de pensionklanten bedriegt met prijzen en de kamers niet zo modern zijn als het wordt aangegeven.

Daarna komt haar man, C.A Brulot. Hij is rond de 65 en, 20 jaar ouder dan zijn vrouw, en was vroeger notaris van beroep, maar stopte daarmee door het overlijden zoon om zijn vrouw te helpen met de verwerking. Hij heeft doorzettingsvermogen, want hij heeft na jaren nog steeds processen tegen zijn en zijn vrouw ’s nadelen . De ex-notaris had “een kale kruin omlijst met lang grijs haar en hij droeg steeds een zwart mutsje”. Hij was verder soldaat geweest in de Frans-Duitse oorlog, waar hij een krijgshaftige snor en een puntbaardje aan heeft overgehouden. De man was zeer temperamentvol, want als hij ziek op bed lag en madame Brulot niet ter plaatse was, moesten de dienstmeisje hem zijn medicijnen geven. Dat was niet het leukste opdracht van de dag want meneer was hij niet de aller vriendelijkste als hij ziek was.

Door het voorstellen van alle personages en hun karaktereigenschappen en geschiedenis in het begin van het boek het helder gemaakt voor de lezer waar dergelijke personen toe in staat zijn. Neem als voorbeeld Chico, de aap van mevrouw Brulot. Hij mag soms gewoon uit haar mond eten! En waarom hebben ze eigenlijk een aap? Dat soort verwarringen worden door Elsschot slim de wereld uit geholpen door de eerste hoofdstukken waarin je erachter komt dat mevrouw Brulot haar zoontje had verloren.

Samenvatting:



1 opmerking: